‘Ik hoop dat het saamhorigheidsgevoel blijft’
Iepke Siems-Geertsema, medewerker Klant Contact Centrum
In de serie ‘De mensen van het Ommelander’ vertellen medewerkers van verschillende afdelingen binnen ons ziekenhuis over hoe hun werk is veranderd ten gevolge van corona. De komende tijd staan op deze plek de verhalen van onze collega’s. Deze keer is het woord aan Iepke Siems-Geertsema, medewerkster Klant Contact Centrum.
“Wat wij van het Klant Contact Centrum (KCC) doen is steeds proberen rust uit te stralen in alle hectiek rondom corona en ook nu we weer langzaam beginnen met reguliere zorg. Toen het heel druk was met zorg rondom corona kregen we regelmatig telefoontjes binnen van bezorgde familieleden die wilden weten hoe het met hun geliefde was. Soms lukte het dan niet om ze meteen door te verbinden met de afdeling, omdat het daar op dat moment heel druk was.
Wij stellen de mensen dan gerust en vragen ze om het op een later tijdstip opnieuw te proberen. Of we maken hen in elk geval heel duidelijk dat ze niet worden vergeten en noteren hun gegevens, zodat ze kunnen worden teruggebeld door de arts of verpleegkundige. Maar soms hebben de mensen mij dan ondertussen ook al hun hele verhaal verteld”.
Afgeschaalde bezetting
“Op het KCC, dat bestaat uit de 3 onderafdelingen KCC Algemeen, KCC Medisch en receptie, werken wij de laatste tijd met een afgeschaalde bezetting. Dat heeft alles te maken met het feit dat de reguliere zorg de afgelopen periode voor een groot deel stil was komen te liggen. Dat zal weer veranderen nu we gaan toewerken naar meer reguliere zorg. We hebben er als KCC vanaf deze week ook vervangende taken bij gekregen, zoals het zelf maken van chirurgische mondmaskers (als noodvoorraad). Daarnaast springen onze medewerkers achter de receptie in de centrale hal, die 24 uur per dag bezet is, in deze tijd ook bij in de telefonie. Maar zodra de patiëntenstroom weer meer op gang gaat komen, heeft de receptiemedewerker zijn tijd wel nodig om binnenkomende patiënten en bezoekers te woord te staan en verder te helpen”.
Als extreem ervaren
“Zeker als je avonddienst hebt op de receptie – zelf draai ik mee op alle drie de afdelingen – hoorde je heftige verhalen. Van mensen die nog nooit eerder bij ons zijn geweest en zich dan in een verder heel stil ziekenhuis aan de balie melden, omdat ze afscheid moeten nemen van hun naaste. Je leeft zelf dan natuurlijk ook heel erg mee, op dat moment voel je de onmacht en het verdriet van die mensen. Hoewel ik al jarenlang in het ziekenhuis werk, heb ik de afgelopen periode wel als extreem ervaren. Zo’n gevoel van: waar zijn we nu in beland? Vlakbij op de Acute Opname Afdeling loopt iedereen in de beschermende pakken, al die kweken die snel weg moeten; ik beleefde het bijna als iets dreigends. Toen ik thuiskwam na die eerste avonddienst was ik zó doodmoe, dat had ik nog nooit eerder na het werk gevoeld”.
Meer ruimte voor gesprek
“Je merkt dat veel patiënten voor hun afspraak bellen, om bevestigd te krijgen dat het veilig is om naar het ziekenhuis te komen, zeker nu we de reguliere zorg weer gaan opstarten. Ze weten het eigenlijk wel, maar laten ons – voor hun eigen gemoedsrust - nog eens uitleggen welke maatregelen wij allemaal hebben genomen. Zoals het temperaturen, het desinfecteren, de looproutes en het beperkte aantal bezoekers. Wij vertellen ze dat natuurlijk graag, zodat patiënten geen angst meer hebben om naar ons toe te komen. Die angst bestaat zeker nog, daarom is het ook fijn dat wij nu meer tijd voor de mensen hebben. Normaal proberen we snel tot de kern van hun vraag te komen, nu is er meer ruimte om met patiënten indringende gesprekken te voeren”.
Aardiger en begripvoller
“Wat wel fijn is aan deze moeilijke tijd is dat de saamhorigheid in het ziekenhuis is gegroeid, we vormen allemaal schakels en moeten het samen doen. Het lijkt of we iets aardiger voor elkaar zijn geworden, begripvoller ook. We zoeken allemaal naar hoe we het beste met elkaar kunnen werken. Wat ik echt hoop, is dat dit saamhorigheidsgevoel blijvend zal zijn! Ook als we met z’n allen uit deze crisis zijn gekomen”.