Via de mond en de slokdarm wordt met behulp van een soepele slang (endoscoop) een voedingssonde in de maag aangebracht.

In sommige gevallen is het nodig om voeding rechtstreeks naar de maag toe te kunnen dienen. Door het inbrengen van een sonde (een soort slangetje) wordt dat mogelijk. Bij deze ingreep brengt de arts de sonde via de buikwand in de maag.

Voor deze ingreep is het nodig dat u nuchter bent, dat wil zeggen dat u vanaf 24.00 uur ‘s nachts niets meer mag eten en drinken.
Gebruikt u medicijnen, overleg dan van tevoren met uw arts over de inname hiervan.
Als u sintrom (bloedverdunnende medicijnen) gebruikt, dan moet u met uw internist overleggen of dit voor de ingreep gestaakt moet worden. Draagt u gemakkelijke, loszittende kleren, dus geen korset of step-in.

U kunt zich melden bij de assistent van uw internist. Zij brengt u naar de verpleegkundige van de Scopie-afdeling of roept deze op. Allereerst zal de verpleegkundige bij u een infuus inbrengen, waardoor u antibiotica toegediend krijgt. Uw keel wordt daarna verdoofd met een spray.

Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij op de onderzoektafel. De internist brengt de endoscoop in de mond en vraagt u deze in te slikken. Het inslikken van de endoscoop kan in het begin een vervelend gevoel geven, maar daarna gaat het makkelijker. De arts schuift de endoscoop voorzichtig door tot in de maag en kan nu van binnenuit zien wat de juiste plek is waar de doorgang in de buikwand moet komen. 

De internist verdooft de buikwand en maakt een klein sneetje van ongeveer 5 à 10 mm .

Hij kan nu een verbinding maken naar de maag door de buikwand heen. Met een voerdraad die dezelfde weg volgt als de endoscoop, wordt aan de binnenzijde en de buitenzijde van de buikwand de voedingssonde geplaatst. Op de sonde zitten twee plastic schijfjes, een van binnen, die de maagwand tegen de buikwand aanduwt, en een aan de buitenkant die vrij strak tegen de buikwand aan komt te zitten. Nu sluit de arts nog een verloopstuk aan waardoor de voeding toegediend kan worden. Hierna kunt u weer naar huis.

Indien u een verkleuring of verdikking van de wond ziet, of als het wondje pijnlijk wordt of er vocht uit gaat lopen, neemt u dan contact op met uw huisarts of specialist.
De eerste 24 uur mag u nog geen voedsel via de sonde toedienen. De arts vertelt u wanneer u voeding toe kunt gaan dienen.

Het is belangrijk iedere 24 uur de sonde 180° te draaien om te voorkomen dat de sonde vastgroeit in de buikband.

Na elke voeding of, bij druppelinfuus, na elke fles de sonde goed doorspoelen met koolzuurhoudend water (Spa rood). Dit om verstopping te voorkomen.

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan gerust contact op met een verpleegkundige van de polikliniek Interne Dagbehandeling, via het algemene telefoonnummer 088 – 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback