Boven en naast de neus bevinden zich holle ruimten in het hoofd, de zogenoemde neusbijholten. Deze staan in directe verbinding met de neusholte. Het meest bekend zijn de 2 voorhoofdsholten (in het plaatje:1), gelegen boven de ogen, en de 2 kaakholten die zich achter de wangen bevinden (in het plaatje: 3).
Minder bekend zijn de holten in het zeefbeen (in het plaatje:2). De zeefbeenholten bestaan uit een systeem van vele kleine holten. Ze bevinden zich aan beide kanten tussen de neusholte en de oogkas. De kaakholten en de voorhoofdsholten staan via dit zeefbeen in verbinding met de neus. Als laatste holte kennen we nog de wiggebeensholte (niet in het plaatje). Deze holte zit ver achter in de neus.

Bron afbeelding: Medical Visuals

Soms geneest een ontsteking aan de neusbijholten niet ondanks intensieve therapie met bijvoorbeeld medicijnen of spoelingen. We spreken dan van een chronische ontsteking. Dit kan gepaard gaan met de vorming van neuspoliepen. Soms is 1 bijholte ontstoken. Maar er kunnen ook meerdere bijholten tegelijk ontstoken zijn.
Als de zeefbeenholten chronisch ontstoken zijn, komt het vaak voor dat ook de kaakholten en de voorhoofdsholten geblokkeerd en ontstoken raken. Een dergelijke chronische ontsteking geeft veel klachten. Dat is ook de belangrijkste reden om te opereren.

Voor een goed zicht op het operatiegebied kan uw KNO-arts gebruik maken van een endoscoop. Een endoscoop is een klein buisje met een uitgebreid stelsel van lenzen. De KNO-arts brengt dit buisje via de neusopening in. Hierdoor kan de KNO-arts nauwkeurig het inwendige van de neus bekijken. De endoscoop geeft goed zicht op het operatiegebied. Terwijl hij door de endoscoop kijkt, kan de KNO-arts met speciale instrumenten de ontstoken neusbijholten open leggen.
De endoscoop maakt het mogelijk om tijdens de operatie goed te zien waar de ontsteking zit. Maar ook welke gebieden met rust gelaten kunnen worden. Een endoscopische neusbijholte-operatie (functional endoscopic sinus surgery, afgekort FESS) gaat dus via de neusholte. Er ontstaan geen uitwendige littekens. Soms laat de KNO arts een (oplosbare) tampon achter in de neus. Als dit het geval is dan hoort u dit na de operatie

De ingreep vindt onder narcose plaats op de operatiekamer.

In de praktijk komen complicaties bij een operatie aan de neusbijholten weinig voor. Maar bij iedere operatie is er sprake van enig risico. Dat geldt ook voor een operatie aan de neusbijholten. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding. Daarnaast bestaat ook het risico van letsel aan de oogkas en de schedelholte. Die liggen immers direct naast het operatiegebied. Heel soms kan ook het reukvermogen verminderen. In de praktijk komen complicaties bij een operatie aan de neusbijholten weinig voor.

Uw KNO-arts schat zo zorgvuldig mogelijk in hoe groot de kans is op afname van uw klachten. Hij weegt hierbij ook het risico van complicaties mee. Het kan voorkomen dat na een operatie aan de neusbijholten de klachten niet afnemen. Of dat de klachten later weer terugkomen. Bij sommige mensen zal dan vaker endoscopische neusbijholtechirurgie plaatsvinden.

De KNO-arts bespreekt de alternatieven met u.

Het is handig om van tevoren een aantal dingen te regelen voor na de operatie:

  • Paracetamol
    Na een operatie voelt u zich vaak niet lekker. Het is verstandig wanneer u alvast
    paracetamol tabletjes of zetpillen in huis haalt. Voelt u zich eenmaal thuis niet lekker of heeft u pijn, dan is het goed een paracetamol volgens bijsluiter te nemen. Wij adviseren de eerste 48 uur pijnstilling te nemen.
  • Eigen vervoer
    Bij de voorbereidingen hoort ook het regelen van het vervoer naar huis. Het is mogelijk dat u door de narcose of ingreep moet braken. Daarom is het belangrijk vervoer naar huis te regelen en niet zelf te rijden. 
  • Hygiënische maatregelen
    Oorbellen,
    piercings of andere sieraden moeten voor de operatie af. Wij willen u vragen de dag van de operatie geen make-up te gebruiken. Ook mag u geen nagellak of kunstnagels op de vingers of tenen hebben.
  • Gedurende de eerste dagen na de operatie is er een kans dat er een beetje vers bloed of wat bloederig slijm uit de neus komt. Soms kunnen zelfs oude bloedresten de neus verlaten. Dit stopt meestal na enige tijd vanzelf.
  • Bij pijnklachten kunt u zo nodig een paracetamol tablet innemen. Wij adviseren u niet meer dan 4 keer 2 tabletten van 500 mg. per 24 uur te gebruiken. Als dit onvoldoende is, neemt u dan contact op met het ziekenhuis. 
  • Bij een nabloeding, als u 2 dagen na de operatie nog koorts heeft (hoger dan 38.5°C) of als u de situatie niet vertrouwt, kunt contact opnemen met het ziekenhuis, telefoonnummer 088 - 066 1000

Korstjes en vocht
Na de operatie is uw neus zeker nog niet genezen. Eigenlijk begint de genezing dan pas, omdat de oorzaken van de ontstekingen voor het eerst de neusbijholten kunnen verlaten. In de weken na de operatie zullen zich korstjes en vocht (snot) in de neus vormen. Om de holtes te helpen genezen wordt er na de operatie gestart met Xylometazoline neusspray. Ook begint u de dag na de operatie met het spoelen van de neus middels e en neusdouche met een zoutoplossing (lauw water + afgestreken theelepel jodiumvrij zout).
Gebruik de neusdouche en de neusspray volgens het volgende schema:
week 1: spoelen en sprayen 3 keer per dag elk neusgat;
week 2: spoelen en sprayen 2 keer per dag elk neusgat;
week 3 tot controle: spoelen en sprayen 1 keer per dag elk neusgat.

Er zijn diverse neusdouches zonder recept te verkrijgen bij de apotheek:

  • Nasofree
  • Rhinohorn
  • Rhinicur
  • Nasopure
  • Nasuclear
  • Physiomer

Soms is er een aanvullende behandeling nodig met medicijnen. Te denken valt aan antibiotica, ontstekingsremmende medicatie of neusspray. Indien dit nodig is hoort u dit na de operatie van uw behandelend KNO-arts.

Voorkom drukverhoging in de neus
De eerste 2 weken na de operatie moet u voorkomen dat er drukverhoging in de neus ontstaat. Dit voorkomt u door:

  • niet te bukken, zwaar te tillen en te persen;
  • niet uw neus te snuiten, maar wel zachtjes op te halen;
  • te niezen met de mond open.

Voorkomen van bloedvatverwijding
Door warmte ontstaat verwijding van de bloedvaten. Hierdoor kan een bloeding optreden. U kunt dit voorkomen door de eerste week na de ingreep:

  • niet te heet te douchen;
  • eten en drinken iets te laten afkoelen;
  • geen gebruik te maken van sauna en/of zonnebank; 
  • niet in de zon te lopen of zitten.

De eerste controle is ongeveer 3 weken na de operatie en vindt plaats op de polikliniek.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw behandeling. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de KNO-arts te stellen.

Contact
U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000. Als u vraagt naar de polikliniek KNO, verbindt ons Klant Contact Centrum u door. Dit doen zij op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur. Buiten deze tijden verbinden zij u door met onze afdeling Spoedeisende Hulp.

Heb ik hechtingen na de operatie?
U heeft geen hechtingen.

Hoe moet ik de wond behandelen?
Het kan zijn dat de neus wat bloedt als u naar huis gaat. Gebruik de voorgeschreven neusspray en de witte vaseline.

Mag ik in bad en douchen?
U mag na de operatie weer douchen en in bad. Doet u dit niet te lang en vooral niet te warm.

Wanneer mag ik weer aan het werk?
In het algemeen mag u na 1 á 2 weken weer aan het werk; dit hangt af van de werkzaamheden.

Wanneer mag ik weer sporten?
Gedurende de eerste week moet u zware lichamelijke inspanning vermijden en u mag ook een week niet sporten of zwemmen. Dit verhoogt de kans op een nabloeding.

Wat mag ik eten en drinken?
U mag na de operatie alles eten en drinken.

Moet ik nog een keer voor controle naar het ziekenhuis?
U moet na de operatie nog een keer naar de KNO-arts voor een controle. Voordat u naar huis gaat, maken wij hiervoor een afspraak met u.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback