U komt binnenkort naar het Ommelander Ziekenhuis voor een intravitreale injectie (= oogprik). Op de polikliniek Oogheelkunde heeft u van de oogarts en assistenten al veel informatie over de behandeling gekregen. In deze folder kunt u deze informatie nog eens rustig nalezen.

Een intravitreale injectie is de medische naam voor een injectie in het oog. In de volksmond spreekt men vaak van een oogprik. Voordat u een besluit neemt over deze behandeling, is het belangrijk dat u deze folder leest. Neemt u gerust contact op met de polikliniek, indien er iets niet duidelijk is.

Er zijn twee indicaties waarom de oogarts de behandeling met injecties kan adviseren: macula degeneratie (natte vorm) en macula oedeem. Beide indicaties worden in deze folder toegelicht.

Macula degeneratie
De oogarts heeft bij u slijtage van het centrale deel van het netvlies (dit noemt men de macula of de gele vlek) vastgesteld. De medische benaming voor deze aandoening is macula degeneratie. Er is lekkage van vocht in de macula ontstaan, de zogenoemde ‘natte’ macula degeneratie. Deze ‘natte’ vorm kan behandeld worden door Avastin, Eylea of Lucentis in uw oog te injecteren. Lekkage van vocht in de macula leidt tot een daling van de gezichtsscherpte. Met de behandeling wordt geprobeerd uw gezichtsvermogen te behouden, wellicht iets te verbeteren.

Macula oedeem
De oogarts heeft bij u lekkage van bloedvaten en een stapeling van vocht in het centrale deel van het netvlies vastgesteld, macula oedeem. Dit is ontstaan door het niet (goed) functioneren van de bloedvaten in het netvlies, bijvoorbeeld door een bloedstolsel of bloedvatafsluiting waardoor deze vaten zijn afgesloten. Het kan ook een gevolg zijn van suikerziekte. Omdat er in delen van het netvlies geen goede doorvoer van zuurstof en voedingsstoffen is, maakt het oog nieuwe vaten aan die van slechte kwaliteit zijn en lekken. Als deze afgesloten vaten niet centraal in het netvlies zitten kan er soms met laser worden behandeld. In het centrale deel van het netvlies is de behandeling met laser vaak niet mogelijk. Het macula oedeem kan wel worden behandeld met Avastin, Eylea of Lucentis. Deze middelen remmen de aanmaak van slechte vaatjes en stoppen de lekkage van vocht.
Lekkage van vocht bij het netvlies heeft een daling van de gezichtsscherpte als gevolg. Met de behandeling wordt geprobeerd uw gezichtsvermogen te behouden, wellicht iets te verbeteren.

Voordat tot injectie van Avastin, Eylea of Lucentis wordt overgegaan, wordt de gezichtsscherpte bepaald en wordt er een scan van uw ogen gemaakt. Met dit onderzoek wordt een gedetailleerde afbeelding gemaakt van het netvlies en wordt het vocht in de macula zichtbaar gemaakt. Met de scan kan de oogarts het effect van de behandeling goed zien en is het resultaat goed te volgen.

Het middel Avastin wordt al lang in de geneeskunde gebruikt, maar is niet voor oogheelkundig gebruik geregistreerd. Wel zijn er wereldwijd al miljoenen patiënten met Avastin behandeld. Eylea en Lucentis zijn wel speciaal voor de oogheelkunde ontwikkeld en voor gebruik in de oogheelkunde geregistreerd. Beide geneesmiddelen zijn veel duurder dan Avastin. Het is gebleken dat Avastin in bijna alle gevallen net zo goed werkt als de duurdere middelen. Daarom starten wij met Avastin. U moet een formulier ondertekenen waarmee u aangeeft dat u van bovenstaande op de hoogte bent gebracht door uw oogarts. Zonder uw schriftelijke toestemming mag de apotheek van ons ziekenhuis geen Avastin verstrekken.

Avastin, Eylea en Lucentis zijn bestaande geneesmiddelen die vaatlekkage remmen door het blokkeren van een belangrijke groeifactor, VEGF genaamd. VEGF doet nieuwe bloedvaatjes ontstaan, die echter slecht van kwaliteit zijn en gaan lekken. Onderzoek heeft uitgewezen dat remming van VEGF de nieuwgevormde bloedvaatjes doet verdwijnen en de lekkage in het oog doet verminderen of stoppen. Het gevolg is dat de gezichtsscherpte in veel gevallen stabiliseert en bij een deel van de patiënten zelfs iets verbetert. Het gunstige effect van Avastin, Eylea en Lucentis op lekkage van vocht achter het netvlies is inmiddels na veel onderzoek bewezen.

Er zijn risico’s verbonden aan de toediening van Avastin, Eylea en Lucentis in het oog. Er kan een versnelde ontwikkeling van staar plaatsvinden.

De kans op een complicatie is erg klein, kleiner dan bij een staaroperatie. Complicaties kunnen zijn: pijn aan het oog, roodheid van het oog, infectie, ontsteking, verhoogde oogdruk, bloedingen en netvliesloslating. Deze complicaties kunnen leiden tot een daling van het gezichtsvermogen.

Mocht u na de behandeling last krijgen van pijn, roodheid, waziger zien, gezichtsvelduitval of andere klachten krijgen, dan moet u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde.

Oogdruppels
Als u oogdruppels gebruikt kunt u deze tot de behandeling gebruiken. Na de behandeling mag u de hele dag niet meer druppelen. De volgende dag kunt u weer starten met het gebruik van uw oogdruppels.

Bloedverdunners
Wanneer u bloedverdunners gebruikt hoeft u deze niet te stoppen voor de behandeling.

Vervoer na de behandeling
Het wordt afgeraden om na de behandeling zelf een auto te besturen. Regelt u daarom van te voren het vervoer naar huis.

Verhinderd?
Mocht u verhinderd zijn, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk aan ons doorgeven. U kunt dit doen op werkdagen tussen 08.00-16.30 uur via 088- 566 2000. Er kan dan iemand anders in uw plaats worden geholpen.

Voorbereiding thuis
Op de dag van de behandeling volgt u thuis de onderstaande richtlijnen op:

  • Geen dagcrème
  • Geen make-up (dit geldt voor alle soorten make-up) dus ook geen wenkbrauwpotlood
  • Eventueel paracetamol in huis halen

Voorbereiding op de polikliniek
Bij aankomst op de polikliniek meldt u zich met een geldig legitimatiebewijs aan bij één van de aanmeldzuilen. Na het aanmelden neemt u plaats in de wachtkamer van de polikliniek. De assistente roept u op.

In de
voorbereidingskamer controleert de assistente met u een aantal gegevens. Zij vraagt naar uw geboortedatum, het te prikken oog en een eventuele allergie voor jodium. Deze vragen worden bij ieder bezoek opnieuw gesteld.

Vervolgens krijgt u drie verdovingsdruppels gevolgd door een jodiumdruppel. Wanneer u de injectie als pijnlijk/gevoelig ervaart, kunt u tijdens de voorbereiding vragen om een extra verdovingsdruppel. Dit moet u wel bij ieder bezoek opnieuw vragen.

Behandeling
De behandelkamer grenst aan de voorbereidingskamer. Wanneer u aan de beurt bent, wordt u verzocht om plaats te nemen op de blauwe behandelstoel. Eventuele persoonlijke spullen (tas, bril etc.) kunt u kwijt in de ruimte naast de behandelkamer. Dit is een aparte ruimte die niet toegankelijk is voor andere patiënten.

Voorafgaand aan de injectie worden nogmaals uw gegevens gecontroleerd. Dit gebeurt door zowel de oogarts als de assistente. Vervolgens wordt het gebied rondom het oog met jodium gedesinfecteerd. Dit moet u de hele dag laten zitten. Deze beschermt het oog na de prik tegen infecties. De volgende ochtend kunt u de jodium met een washandje met lauwwarm water verwijderen.

Na het desinfecteren komt er een steriel lakentje op uw hoofd. De oogarts plaatst vervolgens een oogspreider in uw oog. Deze voorkomt dat u tijdens de behandeling kunt knipperen. Vervolgens doet de assistente een jodiumdruppel in uw oog en markeert de oogarts daarna de plek waar de injectie wordt gezet. Tijdens het markeren test de oogarts direct of het oog goed verdoofd is. Wanneer u niets voelt of alleen een drukgevoel op het oog ervaart, is het oog voldoende verdoofd. Bij scherpe pijn wordt het oog nogmaals gedruppeld met een verdoving.
Na het zetten van de injectie, krijgt u nogmaals een druppel jodium van de assistente. Vervolgens verwijdert de oogarts de oogspreider en het lakentje.

De behandeling duurt in totaal ongeveer 15 minuten.

Na het toedienen van de injectie kunt u een soort wolk/olievlek zien in uw oog. Dit is het medicijn dat de oogarts heeft ingespoten. Tevens kan het voorkomen dat u na de injectie zwarte rondjes ziet. Dit zijn luchtbelletjes. De luchtbelletjes verdwijnen doorgaans binnen 48 uur.

Omdat er in het oog veel bloedvaten aanwezig zijn kan de oogarts tijdens het zetten van de injectie een vaatje aanprikken. Dit kan een bloeding in het oogwit veroorzaken. Hoewel dit er ernstig uitziet is het onschuldig en verdwijnt het binnen twee weken.

Over het algemeen heeft u geen pijn na de behandeling. Mocht u thuis toch nog pijn ervaren, kunt u paracetamol innemen volgens de bijsluiter.

  • Tegen de pijn kunt u zo nodig paracetamol innemen (gebruik volgens de bijsluiter).
  • Na de behandeling de hele dag door een aantal keer bewust knipperen met uw ogen om uitdroging te voorkomen.
  • Na de behandeling wordt u verzocht uw bril te dragen.
  • U mag niet in uw oog wrijven op de dag van de injectie ook niet met een zakdoek en/ of papiertje.

De assistente maakt samen met u alle afspraken. Er wordt altijd begonnen met het geven van drie injecties met een tussentijd van vier weken. Meestal zijn in de loop van de tijd meerdere injecties nodig. Telkens wordt er na een reeks van drie injecties middels een scan gekeken of de periode tussen de injecties verlengd kan worden of dat er eventueel gestopt kan worden met de behandeling.

  • Het oog plotseling heel erg rood wordt.
  • Het oog pijn gaat doen.
  • U plotseling minder gaat zien of als het zien geleidelijk weer wazig wordt.
  • U een plotse regen van zwarte stipjes ziet.
  • U last krijgt van gezichtsvelduitval of van andere klachten.

Bij vragen en/of klachten kunt u tijdens kantoortijden van 08.00 – 12.00 uur en van 13.00 – 16.30 uur contact opnemen met het algemeen nummer van het ziekenhuis op telefoon nummer: 088 - 066 1000 en vragen naar de polikliniek Oogheelkunde.

Buiten kantoortijden en in de weekenden kunt u contact opnemen met het algemeen nummer van het ziekenhuis voor overleg met de dienstdoende oogarts op telefoon nummer: 088 - 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback