Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën/virussen worden ook wel micro-organismen genoemd. Micro-organismen zijn alleen onder de microscoop te zien, niet met het blote oog. De bacteriën komen bijvoorbeeld voor op de huid, in de neus, mond en darmen. In onze contacten met andere mensen of voorwerpen dragen we micro-organismen over. Dit gebeurt vele malen per dag. De meeste micro-organismen zijn niet ziekmakend. Ze helpen ons zelfs, bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel. Er zijn enkele soorten bacteriën/virussen die mensen wel ziek kunnen maken. Gelukkig beschermt een goede afweer u tegen infecties door deze bacteriën/virussen.
In het ziekenhuis bevinden veel mensen zich relatief dicht op elkaar, waardoor de kans op verspreiding wordt vergroot. Daarnaast kunnen patiënten een verminderde weerstand hebben en kunnen ze sneller een infectie oplopen in het ziekenhuis.

Altijd geldt dat bezoekers hun handen desinfecteren met handalcohol bij het betreden van de afdeling of uw kamer en bij het verlaten van uw kamer. Een poster met instructie hangt aan het begin van de afdeling. De verpleging kan ook instructie geven over de juiste uitvoering van het desinfecteren van de handen.

Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in het Ommelander Ziekenhuis Groningen af en toe buikgriep voor. Vaak is het norovirus hier de oorzaak van. Bij een uitbraak van het norovirus treffen we op de verpleegafdelingen extra maatregelen om verdere verspreiding van het virus in het ziekenhuis te voorkomen.

Het norovirus is een klein, zeer besmettelijk virus dat buikgriep veroorzaakt. Het bevindt zich in braaksel en ontlasting. Er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken. Het aanraken van besmette toiletten, kranen en deurklinken en daarna iets eten kan al tot buikgriep leiden.

Bij besmetting met het norovirus is sprake van plotseling en heftig braken en diarree. Daarnaast kunnen door de buikgriep mogelijk de volgende klachten optreden:

  • misselijkheid;
  • buikpijn en buikkrampen;
  • koorts;
  • hoofdpijn.

Door het braken en de diarree verliezen patiënten veel vocht. Dit is gevaarlijk omdat het kan leiden tot uitdroging. Met name voor ouderen en kleine kinderen is dit een risico. Er zijn ook mensen die de klachten niet krijgen, maar het norovirus wel bij zich dragen en kunnen overdragen.

Iedereen kan het norovirus krijgen. Bij jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakte afweer kunnen de klachten ernstiger zijn en langer duren.

Het norovirus is erg besmettelijk. Ontlasting en braaksel bevatten de besmettelijke virusdeeltjes en deze deeltjes komen op de een of andere manier (meestal via de handen) in de mond terecht. Ook besmetting via de lucht als gevolg van braken is mogelijk. Als een besmet persoon na het toiletbezoek zijn handen niet of niet goed wast en voedsel klaarmaakt dan kan het virus in het eten terechtkomen en zo weer nieuwe mensen besmetten.
Het virus kan al enkele dagen in de ontlasting zitten voordat de ziekteverschijnselen ontstaan. En ook dagen daarna kan het virus nog in de ontlasting zitten.

Er zijn geen medicijnen tegen het norovirus. In de meeste gevallen verdwijnen de klachten na 1 tot 4 dagen. Wanneer u besmet bent en klachten heeft, is het belangrijk dat u voldoende drinkt of voldoende vocht krijgt toegediend via een infuus.

U komt voor een behandeling of opname naar het ziekenhuis. Uw behandelend arts is de specialist die uw oorspronkelijke aandoening behandeld. Als u tot een risicogroep behoort en we u op het norovirus onderzoeken, gebeurt dat ook door uw behandelend arts.

Uw behandelend arts bespreekt de alternatieven met u.

Bij een vermoeden van besmetting onderzoeken we uw ontlasting of braaksel op de aanwezigheid van het norovirus. Dit gebeurt in het laboratorium. De uitslag van het onderzoek is meestal binnen 2 dagen bekend. In een enkel geval (bijvoorbeeld in het weekend) duurt het iets langer.

Wanneer u besmet bent met het norovirus kunt u in de dagelijkse omgang het virus gemakkelijk overdragen op anderen. Het is daarom erg belangrijk dat u uw handen goed met water én zeep wast vóór het eten, na de toiletgang en na eventueel braken.

Contact-druppelisolatie wordt ingesteld om overdracht via contact en druppels (bij braken) te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn via direct contact of bij braken.

Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen wordt u op een eenpersoonskamer verpleegd. U mag (onder bepaalde voorwaarden, in overleg met de verpleegkundige) de kamer verlaten na het desinfecteren van uw handen met handalcohol, u dient dan een mondneusmasker te dragen. Onderzoeken en behandelingen gaan altijd door. De te nemen maatregelen staan vermeld op een kaart die buiten op de deur is aangebracht.

De ziekenhuismedewerker neemt de volgende maatregelen: 

  • het dragen van handschoenen; 
  • het dragen van een mondneusmasker (alleen bij braken);
  • het dragen van een beschermende jas (isolatieschort).

Bezoekers moeten hun handen desinfecteren met handalcohol vooraf en bij het verlaten van de isolatiekamer. Ook dragen bezoekers een mondneusmasker. Indien de bezoeker bij de verzorging betrokken is, gelden de maatregelen voor de ziekenhuismedewerker. Bezoekers mogen na het bezoek geen andere patiënten in het ziekenhuis bezoeken.

Geef uw bezoek geen eten of drinken bij u op de kamer.

Geeft u wasgoed (kleding en/of ondergoed) mee naar huis? Dan is het belangrijk dat degene die de was doet dit wasgoed apart wast. Bij voorkeur in een niet te volle wasmachine en volgens een standaardwasprogramma van 60 C°. Liever nog op 90 C°. Mocht degene die wast toch het 60-gradenprogramma kiezen, dan moet diegene de was daarna in de droger drogen en/of zo heet mogelijk strijken.
Belangrijk is dat degene die uw was verzorgt, de handen goed wast met water én zeep nadat het wasgoed in de wasmachine is gestopt.

De voorzorgsmaatregelen stoppen als u 2 dagen niet meer braakt en geen diarree heeft gehad.

  • Was u om een andere reden dan het norovirus opgenomen in het ziekenhuis? In dat geval kan het gebeuren dat u hiervan hersteld bent, maar toch niet naar huis mag, omdat u nog steeds het norovirus bij u draagt.
  • Ook overplaatsing naar een andere zorginstelling kan om die reden worden uitgesteld.
  • Als u (weer) thuis bent, hoeven uw huisgenoten, of mensen die thuis bij u op bezoek zijn, geen extra maatregelen te treffen. Hygiënemaatregelen zoals handen wassen na een toiletbezoek en voor het bereiden van eten of drinken zijn thuis voldoende.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent. We beseffen dat sommige maatregelen en onderzoeken voor u niet prettig zijn. Ze zijn echter wél noodzakelijk en we hopen dan ook dat u er begrip voor heeft. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de verpleegkundige of uw behandelend arts te stellen. U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback