BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistente Micro-organismen. BRMO zijn bacteriën die veel voorkomen in de darmen en die ongevoelig (resistent) zijn voor de meest gebruikte antibiotica. Als u in het ziekenhuis bent opgenomen en u heeft een BRMO in uw darmen, dan gelden er bijzondere maatregelen.

BRMO is een verzamelnaam voor bepaalde typen bacteriën die steeds vaker voorkomen. Zoals gezegd zijn BRMO bacteriën die veel voorkomen in de darmen en die ongevoelig (resistent) zijn voor de meest gebruikte antibiotica.

Ieder mens draagt miljarden (darm)bacteriën met zich mee. We noemen deze bacteriën ook wel micro-organismen. Ze zijn met het blote oog namelijk niet te zien, alleen met een microscoop. Ze komen bijvoorbeeld voor op de huid, in de neus, mond, longen en darmen. In onze contacten met andere mensen of voorwerpen nemen we bacteriën op en geven we bacteriën af. Dit noemen we besmetten. Dit gebeurt voortdurend want bacteriën zijn overal aanwezig. De meeste bacteriën zijn gelukkig niet ziekmakend. Ze helpen ons zelfs, bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel.

Iedereen kan een BRMO bij zich dragen. Bij gezonde personen is dit meestal geen probleem. De BRMO krijgt doorgaans geen kans om lang in het lichaam te blijven. Er treden maar zelden ziekteverschijnselen op en een behandeling is dan ook niet nodig.
Bepaalde groepen mensen zijn vatbaarder voor besmetting met een BRMO. Vaak weten of merken zij dit zelf niet. Dit geldt bijvoorbeeld voor: 

  • Mensen die korter dan 2 maanden geleden meer dan 24 uur in een buitenlandse zorginstelling zijn verpleegd; 
  • Mensen die binnen Nederland zijn overgeplaatst van de ene zorginstelling naar de andere zorginstelling. Dat geldt alleen als ze van een afdeling komen waar een BRMO-uitbraak heerst, die nog niet onder controle is. 
  • Mensen die in een opvang voor asielzoekers wonen.

Gezonde mensen die BRMO-drager zijn worden in principe niet behandeld. Maar bij mensen met een verminderde weerstand kunnen deze bacteriën infecties veroorzaken. Een door een BRMO veroorzaakte infectie is nog wél te behandelen met antibiotica. Maar omdat de BRMO voor een aantal antibiotica ongevoelig is, testen we vooraf in het laboratorium welk antibioticum wel werkt bij deze BRMO.

Stel: u heeft urinewegklachten en komt daarmee bij de uroloog in het ziekenhuis. De uroloog constateert na onderzoek dat u een urineweginfectie heeft. U bent bovendien drager van een BRMO. Dan behandelt de arts u voor de urineweginfectie met een antibioticum waarvoor de BRMO nog gevoelig is.

U komt voor een behandeling of opname naar het ziekenhuis. Uw behandelend arts is de specialist die uw oorspronkelijke aandoening behandelt. Als u tot een risicogroep behoort en we u op BRMO onderzoeken (en eventueel behandelen), gebeurt dat ook door uw behandelend arts.

Uw behandelend arts bespreekt de alternatieven met u.

Het is belangrijk om verspreiding van BRMO in het ziekenhuis te voorkomen.

Bij een opname in het ziekenhuis vragen we elke patiënt of er sprake is van een risicofactor. Patiënten in de groepen genoemd bij ‘wie zijn vatbaar voor BRMO?’, hebben zo’n risicofactor. Is dit het geval, dan testen we op BRMO. Dat doen we met behulp van een kweek. Met een wattenstokje nemen we een kweek af via het rectum. In het laboratorium kijken we deze kweken na op de aanwezigheid van een BRMO.

In ons ziekenhuisinformatiesysteem maken we bij uw gegevens een aantekening van een positieve BRMO-test. Dat doen we ook als u in een risicogroep valt.

Komt u daarna weer in ons ziekenhuis, dan kan iedere zorgverlener die uw gegevens in het ziekenhuisinformatiesysteem raadpleegt, deze aantekening over de BRMO zien. Dit helpt ons om tijdig in te grijpen om verdere verspreiding van BRMO te voorkomen.

Contactisolatie wordt ingesteld om overdracht via direct contact (bijv. handen) of via besmette voorwerpen te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een wond of diarree.

Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen wordt u op een eenpersoonskamer verpleegd. U mag (onder bepaalde voorwaarden, in overleg met de verpleegkundige) de kamer verlaten na het desinfecteren van uw handen met handalcohol. Onderzoeken en behandelingen gaan altijd door. De te nemen maatregelen staan vermeld op een kaart die buiten op de deur is aangebracht.

De ziekenhuismedewerker neemt de volgende maatregelen:

  • Het dragen van handschoenen.
  • Het dragen van een beschermende jas (isolatieschort).

Bezoekers desinfecteren hun handen met handalcohol bij het binnengaan  en bij het verlaten van de isolatiekamer. Indien de bezoeker bij de verzorging betrokken is, gelden de maatregelen voor de ziekenhuismedewerker. Bezoekers mogen na het bezoek geen andere patiënten in het ziekenhuis bezoeken.


Ook de uitslagen van de BRMO-kweken voegen we toe aan uw gegevens in het ziekenhuisinformatiesysteem. Bij opname blijven isolatiemaatregelen van kracht totdat is aangetoond dat u de BRMO niet meer bij u draagt.

Dit doen we door bij een heropname opnieuw een kweek af te nemen. Als het nodig is, onderzoeken we ook de urine, een wond of de keel. Als er twee keer geen BRMO in de kweken is aangetroffen en er geen risicofactoren zijn, bijvoorbeeld een katheter, verwijderen we de aantekening uit het ziekenhuissysteem. U bent dan BRMO-vrij verklaard. Als we wel opnieuw een BRMO aantreffen, gaan de isolatiemaatregelen ook opnieuw gelden.

Stel dat we u in het ziekenhuis behandelen voor een urineweginfectie en uit de urinekweek blijkt dat u besmet bent met een BRMO. Als deze urineweginfectie over is en in een urinekweek geen BRMO meer wordt aangetroffen, betekent dit nog niet dat we de beschermende maatregelen kunnen opheffen. Het is mogelijk dat de BRMO alsnog elders in uw lichaam aanwezig is. Pas nadat in 2 kweken van het rectum en urine geen BRMO meer is aangetroffen, kunnen de maatregelen worden opgeheven. Soms worden er uitzonderingen gemaakt op uw individuele situatie. Bijvoorbeeld als u wonden of een katheter heeft. Of als u al lang drager bent van BRMO.


  • Standaard hygiënemaatregelen

Als u (weer) thuis bent, hoeven uw huisgenoten, of mensen die thuis bij u op bezoek zijn, geen extra maatregelen te treffen. Hygiënemaatregelen zoals handen wassen na een toiletbezoek en voor het bereiden van eten of drinken zijn thuis voldoende.


  • Informeren andere zorgverleners

Komt een fysiotherapeut of wijkverpleegkundige u thuis behandelen? Dan moet u hen zo spoedig mogelijk laten weten (in elk geval voor het eerste contact dat zij met u hebben) dat u besmet bent met een BRMO, zodat zij voorzorgsmaatregelen kunnen nemen.


  • Afspraak in het ziekenhuis

Komt u voor een poliklinische behandeling of een afspraak bij de specialist in het ziekenhuis? Dan behandelen en onderzoeken we u gewoon volgens afspraak. De standaard hygiëne maatregelen (basishygiëne) die de medewerkers nemen, zijn voldoende op de poliklinieken. Zo nodig worden extra maatregelen toegepast zoals beschreven bij ‘contactisolatie’.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent. We beseffen dat sommige maatregelen en onderzoeken voor u niet prettig zijn. Ze zijn echter wél noodzakelijk en we hopen dan ook dat u er begrip voor heeft. Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Aarzel dan niet om deze aan de verpleegkundige of uw behandelend arts te stellen. U bereikt ons ziekenhuis via telefoonnummer 088 – 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback