De plaats van de afwijking in uw borst wordt onder echogeleide gemarkeerd door het inbrengen van een marker.

Dit is ter voorbereiding op uw borstoperatie of neoadjuvante chemotherapie. Omdat de afwijking in uw borst niet of nauwelijks voelbaar is voor de chirurg, kan de operatie dan vervolgens op geleide van de marker plaatsvinden.

Het onderzoek vindt plaats op de afdeling Medische Beeldvorming.

Het inbrengen van de marker onder echogeleide wordt uitgevoerd door een radioloog. Hierbij wordt hij/zij geassisteerd door een MBB-er (radiodiagnostisch laborant).

Wij vragen u voor het onderzoek geen bodylotion, crème, poeder of zinkzalf op het bovenlichaam te gebruiken.

U wordt door de MBB-er opgehaald uit de wachtkamer. U wordt verzocht, in de kleedkamer, uw bovenkleding uit te doen. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug op de onderzoekstafel.

Er wordt een warme gel op de borst aangebracht. Vervolgens beweegt de radioloog een apparaatje over de borst en brengt hij/zij het gebied in beeld waar de marker geplaatst gaat worden.

Als de afwijking in de borst is gelokaliseerd, wordt de huid gedesinfecteerd en op indicatie van de radioloog verdoofd. De radioloog brengt vervolgens een naald (waarin de marker zich bevindt) in uw borst in. Met behulp van deze naald wordt de marker op de juiste plaats in het borstweefsel gebracht. Vervolgens wordt de naald verwijderd en blijft de marker in de afwijking achter. De prikplaats wordt met een pleister afgedekt.

Na afloop worden er, in de mammografiekamer, 2 röntgenfoto’s door een MBB-er gemaakt. We controleren dan of de marker op de juiste plaats zit.

Het inbrengen van de marker en het maken van de controlefoto’s duurt circa 30 minuten.

Een mammamarkering is in principe een veilige ingreep. Soms kan een bloeding optreden, waardoor mogelijk een blauwe plek ontstaat.

Op indicatie van de radioloog wordt als verdoving Lidocaïne gebruikt. Indien u overgevoelig bent voor dit medicament, dient u dit, voor aanvang van het onderzoek, te melden.

Na het inbrengen van de marker mag u zich aankleden en op eigen gelegenheid naar huis.

U kunt na het onderzoek, in het gebied waar geprikt is, een bloeduitstorting krijgen. Dit kan pijnlijk zijn, maar kan verder geen kwaad en verdwijnt vanzelf. Echter in geval van pijn kunt u zo nodig een paracetamol (geen aspirine) nemen.

U mag alle dagelijkse activiteiten gewoon uitvoeren.

Wij werken mee aan het opleiden van nieuwe MBB-ers (MBRT-stagiaires). Als u er bezwaar tegen heeft dat een MBRT-stagiaire de radioloog assisteert, laat u ons dat dan gerust weten.

  • Bij verhindering verzoeken wij u om tijdig contact met ons op te nemen. Wij maken dan een nieuwe afspraak met u.
  • Neem altijd een geldig identiteitsbewijs en uw zorgpas mee naar het ziekenhuis.
  • Eventuele medicijnen kunt u blijven innemen zoals u gewend bent.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Medische Beeldvorming via het algemene telefoonnummer: 088 – 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback