Holter-onderzoek
(met een holter of een eventrecorder)
Uw behandelend arts verwijst u voor een holter-onderzoek naar de Functieafdeling. U komt bij deze afdeling omdat u een kastje (een holter of een eventrecorder) gaat dragen dat uw hartritme opneemt.
Een holter- of eventrecorder is een klein kastje dat u in een draagtasje om uw hals draagt of met een klemmetje aan de broekboord. Het is met een aantal plakkers (elektroden) op uw borst aangesloten. Een holter draagt u 1, 2 of 3 dagen. Een eventrecorder draagt u langer, namelijk 3 weken.
Uw arts kan verschillende redenen hebben om dit onderzoek aan te vragen. Bijvoorbeeld omdat:
- u merkt dat u hartkloppingen heeft
- u de neiging heeft om flauw te vallen
- u last heeft van duizeligheid en/of ‘wegvallen’
- u last heeft van kortademigheid of benauwdheid
- u uitstralende pijn heeft • de arts uw pacemaker controleert.
Met de opgedane kennis van het onderzoek kan uw arts u beter behandelen.
Voor het onderzoek krijgt u 7 elektroden op het bovenlichaam geplakt. Via de elektroden neemt het kastje uw hartslag op en slaat de resultaten op. Alles gaat automatisch, u hoeft het kastje niet zelf aan- of uit te zetten.
Voor uw arts is het van belang om te weten welke klachten u heeft en welke activiteiten u verricht tijdens de klachten gedurende periode van 1, 2 of 3 dagen.
U krijgt daarom ook een dagboekje mee. In het dagboekje noteert u het tijdstip met eventueel de datum, uw klachten + de activiteit wat u op dat moment aan het doen was. Ook noteert u de tijd waarop u naar bed gaat en weer opstaat en uw medicatiegebruik. Op het kastje zit een klachtenknop, deze kunt u indrukken wanneer u klachten heeft. Er komt dan een aantekening in de opname.
Let op: Er is geen direct contact met het ziekenhuis. Heeft u hevige klachten, belt u dan met uw huisarts of 112.
Klachten kunnen zijn: hartkloppingen, hartbonzen, overslag, duizeligheid, steek op de borst, licht in het hoofd, wegrakingen, kortademigheid of hoofdpijn.
Blijf tijdens het onderzoek zoveel mogelijk uw normale bezigheden verrichten.
In de periode dat het kastje is aangesloten mag u niet douchen, zwemmen of in bad.
Na 1, 2 of 3 dagen levert u de holter met het dagboekje op de afgesproken datum en tijd weer in.
Een onderzoek met de eventrecorder is vergelijkbaar met het holteronderzoek. Het duurt alleen langer; u draagt het kastje namelijk 3 weken bij u. Wij werken met 2 soorten eventrecorders: de CARD en de LOOP. Welke soort recorder u meekrijgt is afhankelijk van uw klachten. De CARD maakt geen gebruik van plak-elektroden. U kunt het kastje makkelijk afdoen om bijvoorbeeld te douchen.
De LOOP heeft 3 plak-elektroden. U krijgt reservesets mee zodat douchen wel mogelijk is.
Aan de voorzijde van de recorders bevindt zich de ‘eventknop’. Deze drukt u in als u een klacht voelt en daarvan een opname gaat maken. Waar een holter-recorder een continue opname maakt, doet een eventrecorder dit pas wanneer u de ‘eventknop’ indrukt.
Wij werken samen met het UMCG. De recorder stuurt de opname automatisch door naar de laboranten in het UMCG. Als u een opname heeft gemaakt belt u de volgende werkdag met het UMCG om door te geven dat u een opname heeft gemaakt en eventueel te bespreken welke klacht(en) u op het moment van opname heeft gehad. Het telefoonnummer staat op het instructieformulier die u krijgt tijdens uw afspraak.
De opname wordt pas in behandeling genomen op het moment dat u belt; het is dus van groot belang dat u zelf naar het UMCG belt.
Na 3 weken levert u de eventrecorder samen met het formulier op de afgesproken datum en tijd weer in.
Tijdens het dragen van de holter- of eventrecorder kunt u gewoon uw medicatie doorgebruiken.
- Tijdens het dragen van de holter- of LOOP-recorder mag u NIET douchen of zwemmen. De recorder mag namelijk NIET nat worden. De registratie gaat dan volledig verloren en het onderzoek moet dan opnieuw.
- Bij de LOOP-recorder krijgt u extra setjes elektroden en beschermpleisters mee zodat u zelf na het douchen nieuwe elektroden kan aanbrengen.
- Gaan de elektroden jeuken? Krab er niet aan! Dit geeft storing tijdens de registratie.
- Mocht u erge jeuk en/of blaren krijgen van de elektroden/ pleisters neemt u dan contact op met de functieafdeling van het Ommelander Ziekenhuis.
- Gaat tijdens het onderzoek een kabeltje of elektrode los? Herstelt u dit dan zelf zo snel mogelijk. Noteer dit ook in het dagboekje.
- Knip de kabels NIET door als u de recorder gaat afkoppelen.
Aan het holter of event onderzoek zijn geen risico’s verbonden.
U mag de elektroden en beschermpleisters zelf van uw bovenlichaam halen en weggooien. Daarna mag u de recorder met het dagboekje of instructieformulier inleveren bij de informatiebalie van de Functieafdeling, route 9.
In het weekend mag u het materiaal afgeven bij de receptie/hoofdingang.
De analyse van de gegevens vindt elders plaats. Daarom neemt het enige tijd in beslag. Uw behandelend arts zal u berichten over de uitslag van het onderzoek.
Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw onderzoek. Heeft u hier na het lezen van deze tekst nog vragen over? Aarzel dan niet om deze aan de medewerkers van de Functieafdeling te stellen. U bereikt de Functieafdeling via telefoonnummer 088 - 066 1000. We zijn op werkdagen bereikbaar tussen 08.00 – 16.30 uur.