De uroloog heeft u uitgelegd dat in uw blaas 1 of meerdere tumoren zijn aangetroffen. Hoewel deze poliepen meestal kwaadaardig zijn, groeien ze oppervlakkig en blijven ze meestal beperkt tot het slijmvlies van de blaas. Met een operatie via de plasbuis kunnen de poliepen worden verwijderd.

Uit onderzoek is gebleken dat bij 60 tot 70% van de patiënten de poliepen ongeveer binnen één jaar terugkomen. Daarom wordt de blaas na het verwijderen van de poliepen gespoeld met cytostatica. Cytostatica hebben een remmende werking op de celdeling van snel delende cellen zoals kankercellen. Daardoor keert de tumor dikwijls niet meer terug of duurt het langer voordat deze terugkeert. Er zijn verschillende cytostatica. In uw geval wordt mitomycine gebruikt.

Hoelang en hoe vaak de spoelingen nodig zijn, wordt per patient bekeken. In het algemeen is dit in elk geval gedurende één jaar.

Op deze pagina worden de algemene gang van zaken bij een blaasspoeling, de nazorg en de bijwerkingen beschreven.

Na de operatie, als de tumoren zijn verwijderd, krijgt u binnen 24 uur de eerste blaasspoeling met mitomycine. Deze spoeling vindt plaats op de verpleegafdeling. Het hangt af van de bevindingen van de uroloog tijdens de operatie of u met deze spoeling start.

Mogelijk kan een aanvullende behandeling met mitomycine spoelingen volgen. Dit schema kan ruim een half jaar duren.

Drinkt u op de ochtend van de blaasspoeling niet te veel en neemt u eventuele plastabletten niet in. Het is belangrijk dat er bij een spoeling zo weinig mogelijk urine in de blaas komt. Het medicijn wordt anders te veel verdund en dat vermindert een goede inwerking van de mitomycine op de blaaswand. Voorafgaand aan elke nieuwe blaasspoeling vragen wij u naar de mogelijke bijwerkingen. Ook kunt u zelf aangeven of u klachten heeft gehad als gevolg van de spoeling.

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich via een van de aanmeldzuilen in de centrale hal van het ziekenhuis. U krijgt dan een ticket waarop het routenummer 59 staat. U mag gelijk doorlopen en plaatsnemen in de wachtruimte.

De verpleegkundige haalt u daar op en neemt u mee naar de behandelkamer. De verpleegkundige brengt een katheter in de blaas om deze leeg te maken. Vervolgens wordt via de katheter de mitomycine in de blaas gebracht. De katheter wordt daarna verwijderd en kunt u naar huis.

Probeert u de mitomycine zo lang mogelijk (maximaal 2 uur) in de blaas te houden. Daarna kunt u uitplassen op het toilet.

In uw urine zitten nog tot 48 uur na het toedienen resten van mitomycine.

Houdt u de eerste twee dagen na de behandeling de volgende richtlijnen aan: 

  • Het advies aan mannen is om zittend te plassen; 
  • Spoel na het plassen tweemaal door met de toiletdeksel naar beneden;
  • Bij morsen van de urine op de huid: de huid spoelen met veel water en wassen met pH-neutrale zeep;
  • Bij morsen het toilet direct schoonmaken met pH-neutrale zeep;
  • Maak na het plassen de geslachtsdelen en de handen zorgvuldig schoon met water.

Als er op kleding en beddengoed urine is terecht gekomen, doet u deze dan zonder ander wasgoed in de wasmachine en spoel met een koud programma. Daarna draait u de machine nog een keer op het gewone wasprogramma. Op deze manier hoeft u geen extra maatregelen te treffen voor uzelf en uw gezinsleden. Seksuele gemeenschap is toegestaan. Gebruikt u tot 1 week na de blaasspoeling wel een condoom.

Aangezien mitomycine ook invloed heeft op de gezonde cellen van het blaasslijmvlies kunnen bijwerkingen optreden. Na het stoppen van de behandeling herstelt het slijmvlies zich en verdwijnen de klachten meestal.

De volgende bijwerkingen kunnen optreden:

  • Bloed in de urine; 
  • Pijnlijke plasdrang; 
  • Pijn in de onderbuik; 
  • Koorts (hoger dan 38,5 graden);
  • Allergische huidreacties.

Als een of meer van deze bijwerkingen optreden en deze langer aanhouden dan 48 uur, moet u dit melden aan de uroloog of de verpleegkundige.

Hiervoor kunt u overdag tijdens kantooruren bellen naar de polikliniek Urologie, telefoonnummer 088 – 066 1000. ’s Avonds, ’s nachts en in het weekend kunt u via de receptie van het ziekenhuis bellen naar de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoonnummer 088 – 066 1000.

Om het effect van de spoelingen te controleren zal de uroloog in het eerste jaar na de verwijdering van de poliepen, een aantal keren een blaasonderzoek verrichten (dit onderzoek heet een cystoscopie).

Zijn na een jaar controles geen poliepen teruggekomen, dan is de kans toegenomen dat u poliepvrij blijft. Maar ook na jaren kunnen weer poliepen verschijnen. Daarom zal de uroloog met u de afspraak maken om in de volgende jaren de blaas te blijven controleren.

Mocht u verhinderd zijn om op de afgesproken dag voor de blaasspoeling naar het ziekenhuis te komen, wilt u dit dan tijdig aan ons doorgeven? Mitomycine is namelijk beperkt houdbaar en de vloeistof voor de blaasspoeling wordt vooraf bereid.

Als u nog vragen heeft kunt u deze altijd voorleggen aan de uroloog of aan de verpleegkundige. De polikliniek Urologie is op werkdagen te bereiken via het algemeen telefoonnummer van het ziekenhuis, 088 – 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback