Uw behandelend arts verwijst u naar de Functieafdeling voor een 24-uurs bloeddrukmeting. Bij dit onderzoek meten we gedurende 24 uur uw bloeddruk met een bloeddrukmeter. Ook krijgt u een dagboekje mee. Wat u daarin noteert, leest u verderop in deze tekst.

Uw arts kan verschillende redenen hebben om uw bloeddruk te laten meten.

Misschien zijn de eerder bij u gemeten bloeddrukwaarden op de grens van normaal en niet normaal. De arts kan dan met metingen over 24 uur meer duidelijkheid krijgen. Het kan ook zijn dat uw bloeddruk normaal is wanneer u in rust bent of in gewone dagelijkse omstandigheden, terwijl bij uw huisarts of in het ziekenhuis uw waarden te hoog zijn als ze worden gemeten. Een andere reden voor het onderzoek kan zijn dat de arts graag wil zien of de bloeddrukverlagende medicijnen die u gebruikt ook het gewenste effect hebben door de dag heen. Heeft u klachten? Dan kunnen we met het onderzoek bekijken of uw klachten vooral optreden op momenten dat uw bloeddruk afwijkt van de normale waarden.

Bij al deze voorbeelden is het goed om gedurende een langere periode uw bloeddruk te meten, in dit geval 24 uur. De uitkomst van dit onderzoek kan uw arts helpen bij het kiezen van de juiste behandeling.

Zorg voor kleding waarbij u uw mouwen gemakkelijk omhoog kunt schuiven. U krijgt een manchet om de arm die is verbonden met de bloeddrukmeter.

De functie-assistent(e) meet eerst aan de beide armen uw bloeddruk. Aan de kant met de hoogste bloeddruk (tensie) worden vervolgens de metingen gedaan. Tenzij er een medische reden is hiervan af te wijken.

De bloeddrukmeter meet op vooraf ingestelde tijden automatisch uw bloeddruk en hartfrequentie en slaat de meetgegevens in zijn geheugen op. Na afloop van het onderzoek lezen we de gegevens in het ziekenhuis uit en analyseren we ze.

Enkele seconden voordat een meting begint, hoort u een pieptoon. Probeert u dan de arm met de manchet te ontspannen en zo weinig mogelijk te bewegen. Na de pieptoon wordt de manchet stevig opgepompt. Vervolgens loopt deze weer langzaam leeg terwijl de bloeddrukmeter dan uw bloeddruk bepaalt. Als de meting voltooid is, hoort u weer een pieptoon. Daarna kan u uw activiteit weer verder hervatten.

‘s Nachts is de pieptoon uitgeschakeld. Ook meet het apparaat uw bloeddruk dan minder vaak. Overdag wordt uw bloeddruk elke 15 minuten gemeten en ’s nachts (tussen 22.00 en 08.00 uur) ieder halfuur.

De bedoeling is dat u gewoon de dagelijks activiteiten blijft uitvoeren, voor de beste registratie. Per activiteit noteert u in het dagboekje wat u doet, met tijdstip; bijv. autorijden, fietsen, huishoudelijke activiteiten, werken, etc. Tevens moet u noteren wanneer u uw medicatie inneemt en ten slotte moet u noteren wanneer u gaat slapen en voor de volgende ochtend weer opstaat.

Het kan zijn dat er al snel na de vorige meting weer een nieuwe meting begint. In dat geval is de voorgaande meting mislukt. Het apparaat probeert het dan opnieuw. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als u tijdens een meting teveel beweegt of uw arm niet voldoende ontspant.

Het kan ook komen doordat de manchet niet goed meer op zijn plaats zit of dat het slangetje ergens bekneld zit of geknikt is. Als dat nodig mocht zijn, kunt u zelf de manchet weer goed aanbrengen. Let daarbij goed op dat de plaats waar het slangetje aan de manchet verbonden is, aan de binnenzijde van uw arm moet zitten, vlak bij uw oksel. De manchet moet wel strak genoeg zitten om niet af te zakken.

Als u medicatie inneemt, noteer het tijdstip van inname dan in het dagboekje.

  • Het is belangrijk dat u op de dag van het onderzoek zoveel mogelijk uw normale dagelijkse bezigheden uitoefent. Let wel op dat de meter en de manchet niet nat worden of beschadigen. Houd er ook rekening mee dat u tijdens de metingen regelmatig uw bewegingen moet beperken en uw arm moet ontspannen.
  • U mag de meter niet uit het tasje halen.

Aan dit onderzoek zijn geen risico’s verbonden.

Voordat u de bloeddrukmeter afgeeft, moet u de meter uitzetten door middel van de rode knop 3 sec. in te drukken (het beeldscherm is dan blanco). Samen met het ingevulde dagboekje geeft u deze dan af bij de balie van de Functieafdeling, route 9.
In het weekend mag u het materiaal afgeven bij de receptie/ hoofdingang.


De uitslag krijgt u van uw behandelend arts.

Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over uw onderzoek. Heeft u hier na het lezen van deze tekst nog vragen over? Aarzel dan niet om deze aan de medewerkers van de Functieafdeling te stellen. U bereikt de Functieafdeling via telefoonnummer 088 - 066 1000.

Is met de informatie op deze pagina uw vraag beantwoord?
Wilt u ons helpen deze pagina te verbeteren?

Bedank voor het insturen van uw feedback