Er zijn drie dingen waar je op moet letten:

  1. Wat eet je?
  2. Hoe eet je?
  3. Hoe vaak eet je?

Wat eet je?

  • gebruik de schijf van 5
  • eet genoeg vezels (zoals vers fruit, volkorenbrood, sla)
  • 2 stuks fruit per dag (pas op met harde bananen, daardoor poep je juist minder goed)
  • 2 opscheplepels groente per dag
  • wissel vaak genoeg van gerecht
  • eet niet teveel

Hoe eet je?

  • eet aan tafel
  • neem de tijd
  • kauw goed

Hoe vaak eet je?

  • 3 keer per dag een maaltijd
  • 2 of 3 keer per dag een tussendoortje
  • op vaste tijden

Goed drinken

Als je te weinig drinkt, kan je poep te dik worden. En je adem kan heel erg gaan stinken.

Je kunt het beste elke dag 1 tot 1,5 liter water drinken. Dat zijn 7 bekers van 200 ml. Als je flink zweet, heb je meer nodig. En drink ook meer als je dorst hebt.

Die 7 glazen drink je natuurlijk niet in één keer. Dat is niet goed. Zeker niet in de avond, want dan moet je ‘s nachts plassen. Drink verspreid over de dag.

Bijvoorbeeld: 

  1. als je wakker wordt
  2. bij het fruiteten op school
  3. bij de lunch
  4. rond 14 uur
  5. rond 16 uur
  6. bij het avondeten
  7. voor je gaat slapen

Water

Drink vooral water. Maar thee of melk kan ook. Pas op met suiker. Daar word je dik van. In veel pakjes en flesjes zit veel suiker. Ook in appelsap en sinaasappelsap.