Maternale mortaliteit: Er worden geen exacte getallen gegeven over zwangerschap, obesitas en mortaliteit in de literatuur, maar obesitas en obesitas-gerelateerde morbiditeit is in Engeland de grootste veroorzaker van mortaliteit onder vrouwen. Gedurende de graviditeit Duur van de zwangerschap: Na behandeling voor subfertiliteit is de kans op spontane abortus verhoogd bij vrouwen met een BMI > 30, tot een 2x verhoogd risico bij een BMI > 40. Diabetes Gravidarum: In een groep vrouwen met minimaal klasse II obesitas ontwikkelde 10 % diabetes gravidarum versus 2 % in een controle groep met een BMI tussen 19.8 - 26 kg/m2. In een groep vrouwen met een BMI > 40 kg/m2 steeg dit percentage zelfs naar 25 % Pre-eclampsie: De incidentie van pre-eclampsie stijgt derhalve van 3-4% bij vrouwen met een normaal gewicht tot ruim 15 % bij vrouwen met een BMI > 40. Bij obesitas geldt een odds-ratio van 3.0 ten opzichte van vrouwen met een normaal gewicht voor het krijgen van eclampsie (95% CI 2.1-4.4). Foetale groei: Er is een verhoogd risico op foetale groei >p95 bij obesitas, 1,4-18x. Intra-uteriene vruchtdood: Risico op ante-partum foetaal overlijden bij obesitas is verdubbeld tov vrouwen met een normaal gewicht. (OR 2.1, 95% CI 1.2-3.6). A terme is het risico op een IUVD bijna 3 keer zo groot als normaal. Congenitale afwijkingen: Er bestaat een verhoogd risico tot 11 % op congenitale afwijkingen bij obese zwangeren. Met name: neurale buis defect (2x), omphalocèle en hartafwijkingen. Na bariatrische chirurgie: Zwangerschap na bariatrische chirurgie reduceert het risico op macrosomie, diabetes gravidarum en hypertensie in de zwangerschap. Echter wel een verhoogd risico op preterm en small-for-gestational-age kinderen. Tijdens de zwangerschap kunnen belangrijke voedings- en vitaminedeficiënties ontstaan. Complicaties durante partu
Inleiding van de bevalling: Bij obesitas wordt de bevalling 1,7-2,2 x vaker ingeleid dan normaal, meestal ten gevolge van macrosomie en andere zwangerschapscomplicaties. Schouderdystocie: Het risico is bij kinderen met een geboortegewicht >4500 g 33% (t.o.v. 2 % bij neonaten met een geboortegewicht <4500 g). Sectio Caesarea: Bij een toename van de BMI van 25 naar 35 kg/m2 is er een vijfvoudige stijging in het aantal SC. Bij een BMI >40 is het percentage SC 15 – 46%. Bij normaal gewicht is de kans op een vaginale bevalling na SC 82, bij een BMI>30 57 % en bij een BMI >40 13%. Anesthesie: Er bestaat een hoger risico op mislukken van regionale anesthesie en lastige intubatie. Antepartum consult anesthesie moet overwogen worden om eventuele problemen in kaart te brengen. Complicaties postpartum Hogere kans op post operatieve complicaties. Endometritis: De incidentie van endometritis bij morbide obesitas is bijna 3x hoger dan bij niet-obese patiënten, en ligt rond de 10%. Post-partum hemorrhagie: Incidentiecijfers variëren tussen geen verhoogd risico tot een risicostijging van 70% bij obese zwangeren. Een hoge BMI is echter wel duidelijk gerelateerd aan post-partum anemie. OR 2,8 (95% CI 1,7-4,7). Trombo-embolische processen: Trombose wordt vaker beschreven bij obesitas, echter longembolieen niet. Mictieproblemen: Postpartum worden meer mictieproblemen gezien bij obese vrouwen. Dit betreft zowel functioneel in de zin van stress incontinentie, maar ook urineweginfecties komen frequenter voor. Borstvoeding: geadviseerd wordt obese vrouwen post-partum borstvoeding te laten geven. Dit bevordert de maternale gewichtsreductie post partum en verkleint de kans op obesitas bij de pasgeborene.
|